Jacob Gerritsz Jes
Jacob Gerritsz Jes,
geb. te Huijsen,
Losse aanwinsten: 176-1527A: blz. 90; zijn zwager,
zwager van L.R. Lustigh.- Vader:
Gerrit Jacobsz Jes Jonge de, zn. van Jacob Pietersz Jes,
geb. te Huijsen; Koptienden Eerste: 1647-63,
Sijlcoper en koehouder; Buurmeester,
OAH-II-E-181; Verponding 1679: 4 6 1;1676,77,78 doorgehaald,
ovl. op 18-11-1680 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1675-1; ouderling,
, -
GERRIT JACOBSZ DE JONGE / JES
Huizen Koptienden (1647-63 1682-31):
1647-63: v. Lambert Jacobsz Koppen 1 Spt 2 cop
1651-63: v. Claes de Swart Schout 5 cop 1/2
- Situatie: 1 Spt 7 cop 1/2
1653-63: v. Tijmen Gerritsz 2 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 2 cop 1/4
1655-63: op Cornelis Dircksz 2 cop 3/4
Situatie: 1 Spt 7 cop 1/2
1660-46: v. Tijmen Coster 6 cop 1/2
- v. Claes Lambertsz 4 cop 1/8
- Situatie: 3 Spt 2 cop 1/8
1662-46: v. Lambert Teeuwisz 4 cop
- Situatie: 3 Spt 6 cop 1/8
1665-46: v. Jan Lambertsz Swart 4 cop
- v. Gerrit Gerritsz Doorn de Jonge 3 cop 3/4
- v. Claes Claesz Meijster 1 cop
- Situatie: 4 Spt 6 cop 7/8
- v. VADER Jacob Petersz Jes 1 Spt 5 cop 3/4
- Situatie: 6 Spt 4 cop 5/8
1667-46: op Peter Feecksz 5 cop
- Situatie: 5 Spt 7 cop 5/8
1668-46: ER STAAT: 7 Spt 2 cop
1670-46: v. Teunis Jansz Panne 3 cop
- v. Lambert Teeuwisz 4 cop
- Situatie: 6 Spt 6 cop 5/8
- ER STAAT: 7 Spt 4 cop
1675-37: v. Feeck Andriesz 1 cop 1/2
- Situatie: 7 Spt 5 cop 1/2
1676-37: v. Elbert Lambertsz Vos 4 cop 1/4
- Situatie: 8 Spt 1 cop 3/4
1682-31: op Peter Jansz Visser 1 Spt 4 cop
- op Gerrit Aertsz 1 Spt 1 cop
- op Gerrit Samuelsz tot Naerden 1 Spt 7 cop
- (is dit Samuel Joppen ?)
- op Evert Willemsz 1 Spt 1/4
- op Lambert Rijcksz (Lustig) 1 Spt 7 cop 1/2
- op Jan Pietersz Slocker/Boor 6 cop
-
ORA-184-3227A033/034; 10-09-1658: Acte van bewijs. Verklaren mits desen Jan Timensz Timmerman woonachtich tot huijsen aen d'eene ende Cornelis Dircksz Goijer woonachtich tot Alckmaer als Oom ende bloedtvoocht van Aeltgen Jans dochter van de
voorn. Jan Timens geprocreert bij Grietgen Dircks sijn overleden huijsvrouw mitsgaders Gerrit Jacobsz als mede-voocht van 't selve kindt; Acte van bewijs: stuck boulandt gelegen op de Nenge groot 4 schepel belendet met Jacob Gerritsz ten
Noorden, Willem Ghijsbertsz ten suijden ende voorsz Nengedijck ten Oosten. Item de somme van f 1.200 aen geldt en opvoeding. Jan Tijmensz Timmerman is hertrouwd.
-
ORA-184-3170; 15-03-1659: Schepen tot Huijsen
-
ORA-184-3187A230; 01-11-1659: Gerrit Jacobsz de Jonge/Jongh mede schepen deses dorps @ Teunis Jacobsz onse Buijrman beijde als curateurs over de boedel van Claes Lambertsz en verclaerden vercocht te hebben aen Willem Teeuwisz een acker landts
gelegen aen Zijtges bergh, groot 2 schepel, 1 spint en 4 roeden, belendet Timen Willemsz ten Noorden en Teunis Jansz ten suijden voor f 32/schepel; totaal f 69:4:13
-
ORA-184-3170; 25-01-1662: Gerrit Jacobsz de Jonge @ Teunis Jacobsz als curateurs van de boedel van Claes Lambertsz geven verantwoording; is ontvangen bij de verkoop f 1114:11:2, te weten: enz.
-
ONA-3669A153; 23-01-1669: Huwelijkse voorwaarden Willem Jacobsz Hennepman weduwnaar van Maritge Jacobs wonende tot Loosdrecht geassisteert met Gerrit Jacobsz de Jongh oud-schepen van Huijsen aan de ene, en Tijmentge Roeten weduwe van Cornelis
Willemsz wonende tot Huijsen geassisteert met Ruts Gerritsz Doorn en Tijmen Rutten Doorn oud-schepenen tot Huijsen en als gecooren voogden aan de andere zijde. Voor het kind van zijn overleden huijsvrouw f 450,-
-
ORA-184-3227A071/073; 12-03-1669; Huwelijksakte Adriaen Gerritsz Jes jongman tot huijsen @ Rutien Lamberts jonge dochter mede aldaer; Gerrit Jacobsz de Jonge als vader van voorn Adriaen Gerritsz Jes aen d'ene mitsgaders Jan Lambertsz Swart
schout deses dorps en broeder van de voorn Ruttgen Lamberts als oock Marten Lambertsz @ Gijsbert Elbertsz Deult, oomen van deselve Ruttgen Lamberts aen d'andere sijde
-
Huizen DTB-18-Lidmaten-01-01-1675: op Huijser Eijnde Gerrit Jacobsz Jes en Aeltje Adriaens echtelieden
-
ORA-184-3172; 30-05-1675b: Willem Gijsbertsz jegenwoordigh regerend schepen deses Dorps en Gerrit Jacobsz de Jonge als vooghden over 't nagelaten kint van Cornelis Hendricksz eijsschers CONTRA Cornelis Claesz Schipper ter sake van betalinge van
f 80 spruijtende over coop van seecker huijs
-
ONA-3706A015; 11-07-1678; Lijsbet Lamberts (36) wonende te huijsen verklaarde op verzoek van Gerrit Jacobsen de Jonge en Cornelis Cornelissen, voogden over Harmtien Lamberts nagelaten dochter van Lambert Aelten geprocreert bij Neeltien Lamberts
die een dochter was van Lambert Rijcksen zaliger
-
OAH-II-E-181; Verponding 1679: 4 6 1;1676,77,78 doorgehaald
-
OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680: Sijlcoper en koehouder; m: 1, v: 1, kb: 1, dienstbode binnen: 1; Personen: 4
-
ORA-184-3228A036; 23-05-1682; 23-05-1682; Aeltien Ariens weduwe van Gerrit Jacobsz Jes verkoopt stuk veenland in Emenes aen Jacob Gerritsz Jes haer soon à f 300;-
-
ORA-184-3173; 06-10-1682: Ten behoeve van knaep als procureur en arrest: van Harmanus van Limburgh Eijsscher wert tegens Aeltgen Ariaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge gedaegde en gearreste verleent het derde defaut en voor 't profijt van
dien condemneren schepenen de gedaegde aen de Eijsscher eerstelijk een somme van f 610:16 over geleverde waren en nogh een somme van f 500 enz
-
ONA-3718A026; 18-08-1700: Aaltien Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jongh wonende binnen Huijsen verklaarde te hebben gemachtigd Lambert Rijcksz Lustigh haar schoonzoon neffens Rut Gerritsz Smit out-Buijrmr des dorps om te vorderen en te
vervolgen de erfenis die aan haar na het overlijden van Jacob Cornelissz nagelaten kint van Marritie Adriaans haar nicht verweckt bij Cornelis Jaap Boutsz zaliger als overgrootmoeder is aanbestorven. Ten dien eijnde de vooghden over het voorz
kint gestelt te interpelleren met betrekking tot de goederen die toendertijd bij wijlen Jacob Boutsen en zijn huijsvrouw des voorsz kints grootvader en grootmoeder
-
ORA-184-3175; 10-09-1700: Alsoo, Jacob Cornelisz, nagelaten minderjarige soon en erffgenaem van Cornelis Jaep Boutsz en Marritje Adriaens, deser werelt is comen te overlijden, en dat Aeltje Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge
overgrootmoeder, en als naeste erffgenaem van deselve Jacob Cornelis desselfs vooghden heeft doen interpelleren en aennamen ten eijnde sijluijden aen de voorn. Aeltje Adriaens souden hebben te overhandigen alle soodanighe goederen als bij haar
overleden pupille nagelaten mochte sijn.. hebben goedgevonden aan Jacob Tijmensz @ Cornelis Killewigh als voogden over het voorz weeskind aen deselve Aeltje Adriaens alles te overhandigen
-
ORA-184-3215A036; 06-12-1700; Aeltje Adriaens weduwe van wijlen Gerrit Jacobsz de Jongh woonaghtigh alhier, maakt machtigh Lambert Rijcksz Lustigh jegenwoordigh schepen binnen dese dorpe, te doen verkopen landerijen als sij comparante op den
03-12-1700 soo in haer particulier en als erfgenaem van Jacob Cornelisz en als gemeen met Grietge Jaep/Jacobs Bouts, aen Jan Reijertsz Tullingh, Wijchert Jansz Doorn, Claes Jan Aelten, ende Rut Jansz Timmer, publick tot huijsen verkocht (Zie
A035),
relatie.
- Moeder:
Aaltien Adriaens ,
Gereformeerde Gemeente,
Lidmaten-1675-1,
ovl. op 10-10-1709 te Huijsen; < 1708,
begr. op 10-10-1709 te Huijsen; Pro Deo,
, -
ORA-184-3173; 06-10-1682: Ten behoeve van knaep als procureur en arrest: van Harmanus van Limburgh Eijsscher wert tegens Aeltgen Ariaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge gedaegde en gearreste verleent het derde defaut en voor 't profijt van
dien condemneren schepenen de gedaegde aen de Eijsscher eerstelijk een somme van f 610:16 over geleverde waren en nogh een somme van f 500 enz
-
ONA-3718A026; 18-08-1700: Aaltien Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jongh wonende binnen Huijsen verklaarde te hebben gemachtigd Lambert Rijcksz Lustigh haar schoonzoon neffens Rut Gerritsz Smit out-Buijrmr des dorps om te vorderen en te
vervolgen de erfenis die aan haar na het overlijden van Jacob Cornelissz nagelaten kint van Marritie Adriaans haar nicht verweckt bij Cornelis Jaap Boutsz zaliger als overgrootmoeder is aanbestorven. Ten dien eijnde de vooghden over het voorz
kint gestelt te interpelleren met betrekking tot de goederen die toendertijd bij wijlen Jacob Boutsen en zijn huijsvrouw des voorsz kints grootvader en grootmoeder
-
ORA-184-3175; 10-09-1700: Alsoo, Jacob Cornelisz, nagelaten minderjarige soon en erffgenaem van Cornelis Jaep Boutsz en Marritje Adriaens, deser werelt is comen te overlijden, en dat Aeltje Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge
OVERGROOTMOEDER, en als naeste erffgenaem van deselve Jacob Cornelis desselfs vooghden heeft doen interpelleren en aennamen ten eijnde sijluijden aen de voorn. Aeltje Adriaens souden hebben te overhandigen alle soodanighe goederen als bij haar
overleden pupille nagelaten mochte sijn.. hebben goedgevonden aan Jacob Tijmensz @ Cornelis Killewigh als voogden over het voorz weeskind aen deselve Aeltje Adriaens alles te overhandigen
-
ORA-184-3215A036; 06-12-1700; Aeltje Adriaens weduwe van wijlen Gerrit Jacobsz de Jongh woonaghtigh alhier, maakt machtigh Lambert Rijcksz Lustigh jegenwoordigh schepen binnen dese dorpe, te doen verkopen landerijen als sij comparante op den
03-12-1700 soo in haer particulier en als erfgenaem van Jacob Cornelisz en als gemeen met Grietge Jaep/Jacobs Bouts, aen Jan Reijertsz Tullingh, Wijchert Jansz Doorn, Claes Jan Aelten, ende Rut Jansz Timmer, publick tot huijsen verkocht (Zie
A035).
tr. op 11-04-1682 te Huijsen
met
Fransje Willems Hennepman, dr. van Willem Jacobsz Hennepman en Marritje Jacobsz ,
geb. te Nieuwe Loosdrecht.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Willem | *1698 | Nieuw Loosdrecht | | | | 1 | 0 |
2 | Adriaen | *1705 | Nieuw Loosdrecht | †1716 | Loosdrecht | 10 | 0 | 0 |
>